Refrein: Ruik het
gras en streel de bloemen,
Sla je armen om een boom.
Zou
je alles wat bestaat geen wonder noemen.
Of is het heel
gewoon?
Dat er elk jaar weer bladeren verschijnen.
Dat er gras groeit naast de raffinaderij.
Dat er vogels in het bos zijn en konijnen.
Dat vind ik wonderlijk. En jij? Refrein.
Dat er zeeën zijn en grote oceanen.
Dat er rotsen zijn en zilverzand en klei.
Dat er tarwe groeit en groente en bananen.
Dat vind ik wonderlijk. En jij? Refrein.
Dat de mensen zoveel maken en verzinnen.
En daar zijn ook wel eens domme dingen bij.
Dat we telkens weer opnieuw mogen beginnen.
Dat vind ik wonderlijk. En jij? Refrein.
Slotgebed.
Laatste
kerkelijk afscheid.